Eerste prognose: “Iedere geïnvesteerde euro in 2diabeat levert in 8 jaar 3,7 euro aan maatschappelijk rendement”
Het programmateam presenteerde op 2 maart ‘versie 0.2’ van een Social Return On Investement analyse van het programma 2diabeat. Het team maakte daarvoor gebruik van de input van de eerste expertmeeting en data afkomstig uit uitgebreid voorbereidend deskresearch. Pim Ketelaar liet de uitkomst zien, waarin duidelijk wordt welke partijen de investering doen en welke partijen profiteren van de opbrengsten van leefstijlveranderingen in het kader van het 2diabeat programma. Er ontstond een levendig gesprek over relevante stakeholders, die een rol zouden moeten hebben en vooral over de vraag wat succes eigenlijk betekent in het geval van 2diabeat en welke indicatoren het meest relevant zijn om de uitkomsten van interventies te bepalen. Met de input gaat het programmateam aan de slag om een volgende SROI versie te maken. Die versie is het vertrekpunt voor de uitvoeringsfase van 2diabeat. Daarbij is het uitgangspunt om de opbrengsten conservatief in te schatten zodat er geen onrealistische verwachtingen worden gewekt.
“Bewijsvoering voor effectiviteit is noodzakelijk voor opschaling van interventies”
Dik Hermans nam de deelnemers mee in de wijze waarop, in verschillende sectoren van de zorg en welzijn, de effectiviteit van interventies wordt bepaald. De focus licht vaak op de Zorgverzekeringswet, maar de complexe configuraties van interventies die we gaan inzetten voor
2diabeat gaan over die sectorgrens heen, zoals de SROI ook laat zien. Dit gegeven moet dus worden meegenomen in de benadering van hoe effectiviteit wordt gemeten en interventies worden bekostigd. Voor de ZVW zijn de criteria en procedures van het Zorginstituut leidend bij de vraag of debetreffende interventies worden vergoed. In het sociaal domein zijn er erkenningstrajecten van het RIVM en Movisie die bijdragen aan de plausibilteit voor meerwaarde.
“Hou het eenvoudig”
Maarten Ploeg bevroeg de experts over de effectmeting van en uitkomstmaten voor het programma. De groep kwam tot de conclusie dat er een meetkader per segment moet komen, waarbij we ons iedere keer van dezelfde generieke benadering bedienen. Zo kunnen we recht doen aan maatwerk per doelgroep, met toch vergelijkbare overkoepelende conclusies. De discussie bevestigde dat we met een complex vraagstuk bezig zijn. Het advies van de groep: probeer op hoofdlijnen duidelijk te communiceren en bewaar gedetailleerde discussies voor de echte ‘liefhebber’.